Wat is grafiek?
De grafische technieken bieden de mogelijkheid meer afdrukken te maken van een zelfde ontwerp. In de beeldende kunst wordt grafiek gemaakt omdat elke grafische techniek de kunstenaar een scala aan mogelijkheden biedt het kunstwerk een specifiek karakter te geven. Daarnaast kan het kunstwerk door vervaardiging in oplage op grotere schaal worden verspreid, waardoor het goedkoper is.
De kunstenaar bepaalt de oplage van de af te drukken prenten, signeert en nummert iedere prent afzonderlijk (bijvoorbeeld 13/50 wil zeggen, dat uit een reeks van 50 prenten dit exemplaar nummer 13 is). Soms staat onder de prent naast de handtekening, in plaats van het oplagenummer, een lettercombinatie: e.d. (eigen druk), a.p. (artistproof) of e.a. (épreuve d’ artiste).
Elke grafische techniek heeft zijn eigen effecten en kenmerken. Een combinatie van verschillende grafische technieken is mogelijk. De technieken zijn onder te verdelen in vier hoofdgroepen: hoogdruk, diepdruk, vlakdruk (lithografie) en doordruk (zeefdruk). Voor het maken van afdrukken in meerdere kleuren moet in deze technieken voor elke kleurgang een aparte beelddrager vervaardigd worden. (De beelddrager is de ondergrond waarop de af te drukken voorstelling is aangebracht, b.v.: hout, linoleum, een metalen plaat, steen of een weefsel). Bij hoog-, diep- en vlakdruk moet het ontwerp in spiegelbeeld op de beelddrager worden aangebracht!
Zelf ben ik verknocht aan het maken van etsen, dus het diepdrukprocédé !
Zo maak je een ets:
In tegenstelling tot b.v. de houtsnede, is de ets een afdruk van dieper liggende partijen. Een ets ontstaat als volgt: een koperen of zinken plaat wordt voorzien van een zogenaamde etsgrond, meestal een laag van een bijzonder soort was. In deze waslaag brengt men met een naald een voorstelling aan. Waar de waslaag is weggekrast komt dus de plaat weer tevoorschijn. Vervolgens wordt de plaat in het etswater gelegd, meestal salpeterzuur. De was die bestand is tegen zuur beschermt de etsplaat, behalve op die plaatsen waar de waslaag met de etsnaald is weggekrast. Op deze plekken bijt het zuur groeven in de plaat. Is dit proces voltooid, dan verwijdert men de waslaag en kan het ininkten beginnen.
De groeven die door het etswater zijn aangebracht, worden nu met inkt gevuld. De overtollige inkt verwijdert men (soms laat men een weinig inkt op enkele plaatsen van de plaat achter, om een speciaal effect te bereiken). Tenslotte wordt de plaat onder de etspers op vochtig papier afgedrukt. Dit gebeurt onder hoge druk, waardoor het papier de inkt uit de dieper gelegen groeven kan opzuigen. Een ets vertoont dan ook altijd langs de voorstelling een moet: de plaats waar de scherpe randen van de plaat in het papier geperst zijn.
Wanneer er toonvlakken voorkomen (meer of minder grijs), dan is ook de aquatint-techniek toegepast. Hierbij bestuift men de etsplaat met harspoeder en verwarmt deze. De hars hecht zich dan in bolletjes op de plaat , doch laat voldoende ruimte over voor de inwerking van het zuur. Door meer of minder verwarming. door gedeeltelijk afdekken van de plaat e.d., kunnen allerlei variaties worden verkregen.
Wanneer de voorstelling direct is ontstaan, door met een scherp voorwerp in de plaat te krassen, spreekt men van een droge naald (hierbij werkt men dus zonder zuur).